Inleiding opdracht
Een spel werkt met verschillende scènes. In deze opdracht werken we in basis met één scène. Hieronder zie je hoe deze scène eruit ziet (als je goed kijkt zie je een rechthoek - grijze lijn) in de scéne, dat is het beeld van je camera):
De karakter staat op een platform en moet zo snel mogelijk bij de bom komen en onschadelijk maken. Daarvoor heeft hij een x aantal seconden. In dit voorbeeld staat het op 60 seconden. De hartjes geven het aantal levens aan. Je hebt dus 3 kansen. In deze scène is het vrij eenvoudig. Je moet twee keer springen om op het juiste platform te komen. Er zijn hierop veel uitbreidingen te verzinnen.
Scène objecten (of assets)
Om te beginnen moet je assets toevoegen. Dat doe je (standaard) rechts in het scherm bij objecten.
Objecten zijn in dit geval vooral pixelart, een object kan verschillende animaties bevatten. Hieronder zie je bijvoorbeeld de animatie van de kaarsen. De kaars heeft één annimatie, maar het karakter heeft er veel meer (voor stilstaan, lopen, springen, vallen enz. enz.).
De camera
Het zwarte kader is wat je ziet door je camera. Je camera bepaalt wat je van een scène ziet. Je kan de scène dus wel groter maken dan het kader.
Object eigenschappen (properties)
Je kan links de eigenschappen van een object wijzigen (edit object). Je krijgt dan 4 tabbladen:
- Properties: de algemene eigenschappen als formaat en positie. Je kan hier ook de afbeelding bewerken. En je ziet alle annimaties.
- Behaviors (gedrag): achter elke behavior zit een set programmacode die al voor je is gemaakt. Heel handig. Zo kan je heel snel een platform maken waar het karakter op kan lopen. En van het karakter maak je dan een platform character uiteraard.
- Variables: hier kun je zelf eigenschappen toevoegen, bijvoorbeeld het aantal levens
- Effects: dit is voor extra animaties, hier doen we in basis nu niet zoveel mee.